En toen ... was er AI
Tover Tools
2023 is het jaar waarin we 'plotseling' overspoeld werden door Tools gebaseerd op generatieve AI, die als een ware tovenaar
hele liedjes, teksten, acteurs en afbeeldingen uit hun hoed kunnen toveren. In plaats van deze nieuwe tools te omarmen als de nieuwe heilige graal, zijn er ook meteen veel onderzoeken en bespiegelingen geweest over de nadelen en gevaren daarvan. Naast enkele zorgen over mensenrechtenschendingen en fantaserende tools, waren veel van die bespiegelingen economisch van aard: Gaat AI banen kosten? Wat kan je doen tegen de grootschalige diefstal van intellectueel eigendom door AI makers, die hun tools zonder toestemming hebben getraind op massa's auteursrechtelijk beschermde teksten, muziek en afbeeldingen? Dat soort vragen zijn terecht en het is heel goed dat ze gesteld worden, maar het mist wellicht de iets principiëlere bespiegelingen. Als AI niet verstandig gebruikt wordt, raakt het ons in wie we zijn als mens.
'We Are Fighting for the Very Soul of the World'
Zanger, (lied)schrijver, acteur en dichter Nick Cave legde recent de vinger op de plek waar het werkelijk om gaat bij het inzetten van AI voor kunst, muziek en literatuur. Volgens hem vechten we voor de 'ziel' van de wereld. Je kan denken dat hij niet helemaal neutraal hierin staat, als maker die daar zijn geld mee verdient, maar juist mensen als hij, de artiesten, kunnen beter de niet-meetbare gevolgen overzien van deze revolutie dan beleidsmakers.
AI is sterk en nuttig door zijn enorme rekenkracht, maar daar zitten ook meteen de beperkingen. AI creëert 'kunst' op basis van mathematische waarschijnlijkheden; een berekening van gemiddeldes; terrabytes aan eenheidsworst van 'als dit, dan dat' formules. Natuurlijk is het best grappig om een keer wat afbeeldingen automatisch te genereren, of te kijken of het voorwoord van een jaarverslag ook door AI geschreven kan worden. Het wordt alleen gevaarlijk op het moment dat dit de norm wordt en het creatieve proces standaard wordt overgeslagen. Tijdens het creatieve proces wordt er geploeterd, worden penseelstreken gecorigeerd, kromme zinnen herschreven en melodieën strak getrokken. Dit proces is ook nodig om tot nieuwe ideeën te komen, op andere paden te worden gezet en diep na te denken over waar je nu eigenlijk mee bezig bent. In de ware kunst komt de ziel van de maker zelf terug. Zijn of haar diepste emoties, strubbelingen en vergezichten. Meesterwerken die hun tijd vooruit zijn, kunnen niet worden gemaakt door AI. Als Thomas More's Utopia (1516) door AI geschreven zou zijn, dan was het binnen de kaders van de politiek-religieuze samenleving van zestiende eeuws Engeland gebleven en had hij nooit een quasi communistische heilstaat kunnen beschrijven; als Rembrandts Nachtwacht (1642) door AI was gegenereerd dan waren zijn schutters, volgens de toen gangbare schildertechnieken, nooit zo levensecht geworden; als Mary Shelley niet een natte zomer lang griezelverhalen had lopen bedenken met een groep vrienden dan was haar 'Frankenstein' (1816) nooit op papier gekomen; als Frank Sinatra's 'I'm a Fool to Want You' niet geschreven en gezongen was in een tijd dat hij zijn eerste vrouw verliet voor zijn nieuwe liefde (1951), dan had het nooit geklonken alsof hij aan het sterven was van verdriet en verlangen; als Sean Penn zelf geen dochter had, dan had hij wellicht nooit de Oscar gewonnen voor zijn hoofdrol in 'Mystic River' (2001).
Het lijkt dus op zich heel fijn dat er zo makkelijk 'kunst' kan worden gegenereerd door AI, maar het is niet de bedoeling dat we daardoor afstevenen op een existentiële cultuurhel, waarin er alleen nog maar variaties van gemiddelde teksten, kunstwerken en muziek worden gemaakt. Natuurlijk is het zo dat ook niet-AI gegenereerde kunst een stuk vaker niet dan wel er uit springt, maar voor de menselijkheid van de samenleving is het toch echt liever slecht verzonnen dan gemiddeld gegenereerd. Als het culturele landschap straks overwoekerd wordt met mathematisch logische opeenvolgingen van pixels, woorden en muzieknoten dan zal het voor de uitschieters steeds lastiger worden om ruimte te vinden te kunnen bloeien.
Nep en Echt
Tijdens de COVID pandemie zijn we er mee geconfronteerd hoe lastig het is om feiten te onderscheiden van ongezouten meningen. Ons apenbrein heeft grote moeite met de stortvloed aan verhalen en informatie die we te verwerken krijgen. Als het al lastig is om te bepalen of de informatie van een klimaatwetenschapper of van Flip van Wappenstein betrouwbaarder is, dan wordt het al helemaal lastig als er echt ogende beelden worden gegenereerd van Taylor Swift die een ijsje eet voor de neus van uitgehongerde Afrikaanse kinderen of van Donald Trump die een tongzoen geeft aan Joe Biden. En dan zijn er ook nog de momenten dat AI per ongeluk gaat hallucineren en zelf nepnieuws creëert.
Gelukkig lijken veel uitgevers en platforms van kunst en literatuur op het standpunt te staan dat je AI hooguit als hulpmiddel mag gebruiken, maar dat er dan wel bij moet vermelden. De vraag is echter of het publiek daar ook van op de hoogte is en, misschien wel belangrijker, of het ze veel interesseert. Aan de ene kant zijn er AI influencers, die daar ook open over zijn, die bakken geld binnenhalen met hun neppe avonturen. Aan de andere kant zijn er ook werken van echte schrijvers en kunstenaars, waarvan mensen denken of beweren dat het AI gegenereerd is. Zo vervaagt de grens tussen echt en nep steeds meer, wat de waarde van echte werken en het creatieve proces dat daaraan vooraf gaat ondergraaft. Mensen die denken een werk te kunnen scheppen met wat simpele prompts en het drukken op een paar knoppen, zullen minder geneigd zijn mens gegenereerde kunst op werkelijke waarde te schatten.
AI kunst raakt ons in de Ziel
Als schrijvers, tekenaars en muzikanten oude stijl zouden verdwijnen, kan je je afvragen wat ons dan nog 'mens' maakt. Natuurlijk, de zingeving in het leven kan je halen uit liefde voor je partner, kinderen, vrienden, huisdieren en de medemens in het algemeen. In dat opzicht zijn we echter niet anders dan veel zoogdieren en vogels, de dieren die het meest op ons lijken. Liefde, compassie, zelfopoffering en rouw zijn bekende emoties in het dierenrijk. Waar we ons in onderscheiden van dieren is in de kunstuitingen. Er is geen olifant in rouw die een Lacrimosa (1791) van Mozart componeert; geen pinguïn die een 'Crucified' (1991) van Army of Lovers schrijft omdat hij zich onderdrukt voelt als homoseksueel; geen onder vuur liggende dolfijn die een politiek tractaat op papier zet over de onzin van erfopvolging zoals Johan de Witt (1654); geen gepeinigde chimpansee die een Korenveld met kraaien (1890) zo abstract en toch duidelijk weet weer te geven als Vincent van Gogh; geen koolmees die regels voor een goed leven neerschrijft in een heilig boek. Het zijn kortom de kunstuitingen die ons leven verrijken en naar een ander plan tillen dan dat van dieren.
Het is dan ook niet vreemd dat mensen er naar snakken gezien en gehoord te worden als ze zich bezig houden met kunst en cultuur. De schrijver wil gelezen worden, de kunstenaar wil geëxposeerd worden, de acteur wil kunnen optreden. Gelukkig willen mensen ook boeken lezen, muziek luisteren, kunst bekijken en naar de bioscoop of het theater. Ook als mensen het niet doen om van te leven, zijn er weinigen die zich niet wel eens wagen, of gewaagd hebben, aan schrijven, dichten, acteren, dansen, schilderen, zingen, musiceren, youtuben, of fotograferen. De bevroren bloem die oom Sjoerd gefotografeerd heeft en verstuurt als kerstkaart geeft net zo goed zingeving als de kerstkaart met een afbeelding van het laatste avondmaal van Leonardo da Vinci (1498). Sinds de eerste grotschilderingen (> 45.000 jaar geleden) zijn mensen producenten en consumenten van cultuur. Dit dreigt omver te worden geschopt als je niet meer weet wie waarom wat heeft gemaakt en of het echt of nep is. Dan worden we als mens in de kern van onze ziel bedreigd.
OK, en nu?
Nu klinkt dit allemaal misschien wat overdreven dramatisch, maar we zijn pas 'net begonnen' of de eerste gevolgen van de verdrukking van echte artiesten en kunstenaars door AI zijn al zichtbaar. Universal Music weigerde de licentie met Tik Tok te verlengen, mede omdat dit platform het geen probleem vond om de royalty poule voor echte artiesten te verdunnen met kunstmatig gegenereerde, zielloze muziek. Streaming Platorm Spotify worstelt met de vraag waar ze de grens moeten leggen in het weren van AI muziek. Illustratoren en kunstenaars zien hun opdrachten gehalveerd omdat het een fluitje van een cent is om zielloze afbeeldingen te genereren met AI. Acteurs en schrijvers in de Verenigde Staten gingen mede in staking als reactie op het (mogelijk) gebruik van AI bij het schrijven van scripts en invullen van rollen. Amazon staat 'vol' met boeken die door AI bij elkaar geraapt zijn en met een flitsende titel goed verkopen.
De oplossing is niet heel simpel, maar de richting ligt misscbien wel voor de hand. Veel van de moderne AI tools hebben bestaande werken gebruikt om getraind te worden, met een beroep op de daar nooit voor bedoelde Text and Data mining uitzondering uit het Europese auteursrecht. Deze uitzondering is er gekomen om wetenschappers aan universiteiten te helpen om grote corpora aan tekst te kunnen analyseren en interpreteren. Het is nooit de bedoeling geweest dat grote commerciële partijen ermee aan de haal zouden gaan en de exploitatie van door mensen gemaakte werken zouden hinderen, wat lijnrecht ingaat tegen de beginselen van de Berner Conventie. Maak AI kunst daarom alleen beschikbaar voor niet-commerciële doeleinden. Laat wetenschappers ermee onderzoeken hoe racisme terugkomt in nieuwsberichten. Laat scholieren hun werkstukken opleuken met AI plaatjes. Laat kunstenaars zich inspireren door dingen uit te proberen. Maar houdt het ver weg van het domein van commerciële exploitatie. Laat onze cultuur menselijk blijven.
Gedachten over Geschiedenis
donderdag 15 februari 2024
maandag 4 december 2023
Het Ontstaan van Nederland: een toevallige geschiedenis
Liefde voor Toeval en Patronen
In september verscheen bij Uitgeverij Boom mijn boek over de rol van toeval bij het Ontstaan van Nederland. Op het eerste gezicht lijkt een boek over toeval haaks te staan op het platstampen van gigabytes aan tekst om daar patronen in te zoeken, waar ik mij vorig decennium vooral mee heb beziggehouden. Bij de zoektocht naar patronen hoort echter ook het besef dat niet alles in patronen is te vatten en dat binnen de algemene ontwikkelingen er veel ruimte blijft voor de zogenaamde 'random shit'. Voor een wetenschapper is het lastig te verkopen dat iets juist niet goed verklaard kan worden, maar de geschiedenis is vaak heel anders gelopen door zaken als de pokken, kindersterfte, ijdelheid, overspel, slechte raadgevers, een hond of de winter. Dat de mens speelbal is van zoveel onvoorspelbare zaken waar weinig vat op is te krijgen, is ook buiten de universiteitstorens vaak moeilijk te verkroppen. Het accepteren van 'random shit' als corona was bijvoorbeeld voor veel mensen lastiger dan het gaan geloven van complottheorieën met een compleet onzinnig maar wel duidelijk verhaal. 'Het Ontstaan van Nederland' relativeert door de grote rol van toeval het belang van bepaalde zaken en de vanzelfsprekendheid dat Nederland nu is wat het is.
In september verscheen bij Uitgeverij Boom mijn boek over de rol van toeval bij het Ontstaan van Nederland. Op het eerste gezicht lijkt een boek over toeval haaks te staan op het platstampen van gigabytes aan tekst om daar patronen in te zoeken, waar ik mij vorig decennium vooral mee heb beziggehouden. Bij de zoektocht naar patronen hoort echter ook het besef dat niet alles in patronen is te vatten en dat binnen de algemene ontwikkelingen er veel ruimte blijft voor de zogenaamde 'random shit'. Voor een wetenschapper is het lastig te verkopen dat iets juist niet goed verklaard kan worden, maar de geschiedenis is vaak heel anders gelopen door zaken als de pokken, kindersterfte, ijdelheid, overspel, slechte raadgevers, een hond of de winter. Dat de mens speelbal is van zoveel onvoorspelbare zaken waar weinig vat op is te krijgen, is ook buiten de universiteitstorens vaak moeilijk te verkroppen. Het accepteren van 'random shit' als corona was bijvoorbeeld voor veel mensen lastiger dan het gaan geloven van complottheorieën met een compleet onzinnig maar wel duidelijk verhaal. 'Het Ontstaan van Nederland' relativeert door de grote rol van toeval het belang van bepaalde zaken en de vanzelfsprekendheid dat Nederland nu is wat het is.
woensdag 21 juli 2021
Johan Pieter Perenpik: Soldaat van de V.O.C. (? - 1765)
Via een transcriptie in de rijke genealogische databank van Wiewaswie kwam ik op de naam van Johan Pieter Perenpik, die voorkomt in de archieven van de Verenigde Oostindische Compagnie (V.O.C.). Deze luisterrijke achternaam kwam op zijn zachtst gezegd wel als een verrassing. 'Perenpik' wordt tegenwoordig immers hooguit gebruikt als lollige scheldnaam en niet als een familienaam. De eerste vraag die daarom bij mij opkwam was of hier wellicht sprake was van een verkeerde transcriptie uit de V.O.C. archieven. Die kans was echter niet heel groot want het achttiende eeuwse schrift is zo ongeveer het best leesbaar van alle Nederlandse handschriften, inclusief dat van de twintigste eeuw. Was er dus misschien sprake van een puberale grap? Sportief als ik ben, en dankzij de digitaliseringsinspanningen van het Nationaal Archief, heb ik online de betreffende vermelding kunnen terugvinden in de originele bron, en inderdaad staat er heel duidelijk Perenpik. Aangezien het nog steeds onwaarschijnlijk is dat de man deze naam van zijn ouders heeft geërfd, en officiële achternamen pas werden ingevoerd in de negentiende eeuw, is Perenpik waarschijnlijk een bijnaam, of een geuzennaam, of een verbastering van een buitenlandse naam.
Hoewel we bij Perenpik nu meteen denken aan een lul in de vorm van een peer, toont het Woordenboek der Nederlandsche Taal ons dat pik hoogstwaarschijnlijk niet verwees naar een mannelijk geslachtsdeel en dat peren misschien ook niet verwijst naar de vrucht. Een voor de hand liggende verklaring is dat de man 'peren pikte', dus perenplukker was. Het kan ook zijn dat hij de lieveling was van zijn vader ('peren', van père) 'pik' (hoogtepunt). Pik kan ook verwijzen naar 'steken', 'kerel', 'haat', 'gereedschap' (niet tussen de benen) om iets los te maken, 'sla' (perensla?), 'iets fijns', of 'pek' wat het weer een toepasselijke scheepsnaam maakt. Ook komt het voor in de uitdrukking 'je pik stinkt voor', wat kennelijk te maken had met een lamp die stoomt. Ook 'peer' kan van alles betekenen. 'Peren' als werkwoord kan 'zuipen' of 'nachtbraken'betekenen. Dus 'zuipkerel' wordt zomaar van een optie. Of 'vissen'. Dus dan wordt Perenpik in feite 'viskerel', of visser. Om dit naammysterie op te lossen is er meer context nodig van benamingen in die tijd of aan boord van V.O.C. schepen. Wie het weet mag het zeggen.
Ook de herkomst van Johan Pieter Perenpik is voor mij een beetje een mysterie. In de akte staat dat de man kennelijk uit 'Kiesel' kwam. Wellicht word ik hier wederom gefnuikt door mijn gebrekkige parate kennis van achttiende eeuwse topografie, maar ik weet niet welke plaats hiermee bedoeld wordt. Misschien een Duitse of Limburgse plaats (Kessel, Kassel of Kiel) met een naam die daar op lijkt.
Wat we wel met zekerheid weten is dat Johan Pieter Perenpik in 1764 dienst nam als soldaat bij de V.O.C. Soldaten bij de V.O.C kwamen doorgaans uit de laagste regionen van de samenleving, omdat je in dat beroep behoorlijk de lul was. Veel soldaten waren nauwelijks meer dan puberjongens die door armoede gedwongen dienst namen. Ze gingen mee om het schip te beschermen en eventueel later ingezet te worden bij de gewelddadige kolonisatie van Indonesië. Volgens de lijst met V.O.C. schepen van het Huygens ING voer Johan Pieter Perenpik mee op het schip Compagnies Welvaren dat vertrok vanaf Texel op 15 november 1764. Het is onbekend wat voor schip het precies was, maar het zeulde een flinke lading mee en vervoerde circa 350 mensen, ongeveer evenveel als het illustere schip de Batavia uit de zeventiende eeuw. Vermoedelijk was Compagnies Welvaren een van de vele handelsschepen.
Perenpik werd als soldaat uitgebuit door de rijke Hollandse elite, die schaamteloos mensen in de meedogenloze machine van het handelskapitalisme smeet, met als doel perverse winsten te halen uit de specerijenhandel over de ruggen van mensen, niet veel anders dan Perenpik, aan de andere kant van de wereld. Perenpik heeft maandenlang slecht voedsel tot zich moeten nemen, zijn reet moeten afvegen met een nat touw op het poepdek en lijfstraffen moeten riskeren als hij ruzie maakte met een van de andere 300 + opvarenden. Op zijn toegewezen plek op het schip kon Perenpik niet staan. Perenpik mocht 1 uur per dag een luchtje scheppen. Drie keer per dag kregen Perenpik en de andere soldaten een weinig voedzame maaltijd, waardoor ziektes en scheurbuik een reëel gevaar vormden. Met een beetje mazzel waren er sekspoppen beschikbaar om de grootste frustraties er uit te gooien (Japanners noemen om die reden sekspoppen nog steeds wel 'Hollandse Vrouwen'). Zoals alle schepen van de V.O.C. voeren ze om Afrika heen en maakten ze na maanden van feestelijk varen pas een tussenstop op Kaap de Goede Hoop. Ze kwamen daar aan op 12 februari 1765. Na 16 dagen gingen ze weer verder. Wie een indruk wil krijgen van de claustrofobische omstandigheden op zo'n soldatendek (eigenlijk koedek) moet maar eens een bezoekje brengen aan de reconstructie van de Batavia in Lelystad.
Nog eens drie maanden later, op 28 mei, kwam het schip aan in de stad Batavia, het huidige Jakarta in Indonesië. Perenpik heeft Batavia niet gehaald. Hij overleed acht dagen daarvoor aan boord en heeft ongetwijfeld een zeemansgraf gekregen (in het water gekieperd in een juten zak dus) ergens in de wateren tussen Australië en Indonesië. Over het algemeen verging het veel soldaten niet veel beter. De meesten overleefden de reis dan wel, maar sneuvelden terwijl ze door hun bazen werden gebruikt om de plaatselijke bevolking te terroriseren of uit te moorden, of, nog veel waarschijnlijker, bezweken aan het Indonesische klimaat. Johan Pieter Perenpik is een van de vele voetnoten in de bloedige geschiedenis van de V.O.C. Alle potentie en talenten van een jonge man verkwanseld en misbruikt voor de dure deurknoppen van de hoge heren.
Hoewel we bij Perenpik nu meteen denken aan een lul in de vorm van een peer, toont het Woordenboek der Nederlandsche Taal ons dat pik hoogstwaarschijnlijk niet verwees naar een mannelijk geslachtsdeel en dat peren misschien ook niet verwijst naar de vrucht. Een voor de hand liggende verklaring is dat de man 'peren pikte', dus perenplukker was. Het kan ook zijn dat hij de lieveling was van zijn vader ('peren', van père) 'pik' (hoogtepunt). Pik kan ook verwijzen naar 'steken', 'kerel', 'haat', 'gereedschap' (niet tussen de benen) om iets los te maken, 'sla' (perensla?), 'iets fijns', of 'pek' wat het weer een toepasselijke scheepsnaam maakt. Ook komt het voor in de uitdrukking 'je pik stinkt voor', wat kennelijk te maken had met een lamp die stoomt. Ook 'peer' kan van alles betekenen. 'Peren' als werkwoord kan 'zuipen' of 'nachtbraken'betekenen. Dus 'zuipkerel' wordt zomaar van een optie. Of 'vissen'. Dus dan wordt Perenpik in feite 'viskerel', of visser. Om dit naammysterie op te lossen is er meer context nodig van benamingen in die tijd of aan boord van V.O.C. schepen. Wie het weet mag het zeggen.
Ook de herkomst van Johan Pieter Perenpik is voor mij een beetje een mysterie. In de akte staat dat de man kennelijk uit 'Kiesel' kwam. Wellicht word ik hier wederom gefnuikt door mijn gebrekkige parate kennis van achttiende eeuwse topografie, maar ik weet niet welke plaats hiermee bedoeld wordt. Misschien een Duitse of Limburgse plaats (Kessel, Kassel of Kiel) met een naam die daar op lijkt.
Wat we wel met zekerheid weten is dat Johan Pieter Perenpik in 1764 dienst nam als soldaat bij de V.O.C. Soldaten bij de V.O.C kwamen doorgaans uit de laagste regionen van de samenleving, omdat je in dat beroep behoorlijk de lul was. Veel soldaten waren nauwelijks meer dan puberjongens die door armoede gedwongen dienst namen. Ze gingen mee om het schip te beschermen en eventueel later ingezet te worden bij de gewelddadige kolonisatie van Indonesië. Volgens de lijst met V.O.C. schepen van het Huygens ING voer Johan Pieter Perenpik mee op het schip Compagnies Welvaren dat vertrok vanaf Texel op 15 november 1764. Het is onbekend wat voor schip het precies was, maar het zeulde een flinke lading mee en vervoerde circa 350 mensen, ongeveer evenveel als het illustere schip de Batavia uit de zeventiende eeuw. Vermoedelijk was Compagnies Welvaren een van de vele handelsschepen.
Perenpik werd als soldaat uitgebuit door de rijke Hollandse elite, die schaamteloos mensen in de meedogenloze machine van het handelskapitalisme smeet, met als doel perverse winsten te halen uit de specerijenhandel over de ruggen van mensen, niet veel anders dan Perenpik, aan de andere kant van de wereld. Perenpik heeft maandenlang slecht voedsel tot zich moeten nemen, zijn reet moeten afvegen met een nat touw op het poepdek en lijfstraffen moeten riskeren als hij ruzie maakte met een van de andere 300 + opvarenden. Op zijn toegewezen plek op het schip kon Perenpik niet staan. Perenpik mocht 1 uur per dag een luchtje scheppen. Drie keer per dag kregen Perenpik en de andere soldaten een weinig voedzame maaltijd, waardoor ziektes en scheurbuik een reëel gevaar vormden. Met een beetje mazzel waren er sekspoppen beschikbaar om de grootste frustraties er uit te gooien (Japanners noemen om die reden sekspoppen nog steeds wel 'Hollandse Vrouwen'). Zoals alle schepen van de V.O.C. voeren ze om Afrika heen en maakten ze na maanden van feestelijk varen pas een tussenstop op Kaap de Goede Hoop. Ze kwamen daar aan op 12 februari 1765. Na 16 dagen gingen ze weer verder. Wie een indruk wil krijgen van de claustrofobische omstandigheden op zo'n soldatendek (eigenlijk koedek) moet maar eens een bezoekje brengen aan de reconstructie van de Batavia in Lelystad.
Nog eens drie maanden later, op 28 mei, kwam het schip aan in de stad Batavia, het huidige Jakarta in Indonesië. Perenpik heeft Batavia niet gehaald. Hij overleed acht dagen daarvoor aan boord en heeft ongetwijfeld een zeemansgraf gekregen (in het water gekieperd in een juten zak dus) ergens in de wateren tussen Australië en Indonesië. Over het algemeen verging het veel soldaten niet veel beter. De meesten overleefden de reis dan wel, maar sneuvelden terwijl ze door hun bazen werden gebruikt om de plaatselijke bevolking te terroriseren of uit te moorden, of, nog veel waarschijnlijker, bezweken aan het Indonesische klimaat. Johan Pieter Perenpik is een van de vele voetnoten in de bloedige geschiedenis van de V.O.C. Alle potentie en talenten van een jonge man verkwanseld en misbruikt voor de dure deurknoppen van de hoge heren.
woensdag 10 februari 2021
Rutte als de nieuwe Karel V: tuig, rechters en symptoombestrijding
Niemand zal betwisten dat Rutte en zijn demissionaire kabinet het zwaar hebben. Temidden van een pandemie waarin je het 'nooit goed kan doen' (toegegeven er ging en gaat ook een hoop fout) en een Toeslagenaffaire die vooral de mankementen van een rot, racistisch en klassistisch systeem blootlegt (hoewel hij daar ook vrolijk aan heeft meegewerkt) heeft Rutte waarschijnlijk weinig slaap gehad.
Terwijl Rutte een hoop terechte en een hoop onterechte stront over zich heen krijgt gekieperd, wordt het plan van hem om 'tuig' harder aan te pakken en op agressie richting hulpverleners, journalisten en beveiligers altijd celstraf te laten volgen een beetje ondergesneeuwd.[1] Arjen Lubach besteedde er gelukkig ruimschoots aandacht aan in zijn laatste uitzending van Zondag Met Lubach van 7 februari.[2] Rutte heeft een lange geschiedenis van wetten maken die rechters beperken in de soort straf die ze kunnen opleggen. Rechters kijken van oudsher naar de gehele situatie van slachtoffer, dader en andere omstandigheden en willen dat graag zo houden.[3] Rutte interesseert zich niet voor de oorzaken van de recente onlusten, zoals wellicht baanonzekerheid bij jongeren en een perverse kloof tussen arm en rijk waar hij zelf aan heeft meegewerkt, of voor protesten van rechters tegen inperkingen van hun speelruimte. Rutte stelt zich liever hard op het standpunt dat de regering de wetten maakt en dat rechters die alleen maar hoeven te toetsen, en beroept zich daarbij graag op de Trias Politica. Toch is het de vraag of Rutte niet juist zelf over de schreef gaat door de ruimte van rechters zo te beperken.
Rechters kijken al eeuwenlang naar 'de omstandigheden' - van dader, slachtoffer en wat er nu precies waarom gebeurde - van iedere casus die ze voor zich krijgen en of een bepaalde straf wel het beoogde nut heeft. En gelukkig doen ze dat, want de wetgevers hebben geen tijd voor de menselijke maat. Op het moment dat de wetgevende macht die speelruimte te veel aan banden probeert te leggen, dan bevinden zij zich aan de verkeerde kant van de driehoek. Politici als Rutte en anderen die proberen spierballen te tonen tegen de onderkant van de samenleving, zouden moeten beseffen dat juist een totaal gebrek aan interesse voor de oorzaken van ontevredenheid een van de aanleidingen was tot het uitbreken van de Nederlandse Opstand in 1568. Veel historici zijn allergisch voor het trekken van vergelijkingen tussen nu en het verleden. Rutte is er daar blijkbaar een van. Dat is heel jammer, want het doet weinig recht aan de maatschappelijke waarde van het historische vak. Het zou voor zich moeten spreken dat ik de situatie van nu niet één op één wil vergelijken met die in de zestiende eeuw. De 'ketterbestrijding' van de zestiende eeuw staat bijvoorbeeld in geen enkele verhouding tot wat er nu gebeurt. De mensen zijn anders, de cultuur is anders, de omstandigheden zijn anders. Toch kan historisch vergelijken wel als je wijst op de gelijkenissen van de politieke, culturele, rechterlijke, sociologische en psychologische mechanismen die toen speelden en ook nu. Rutte laat dezelfde steken vallen als keizer Karel V in de zestiende eeuw, en wel op het vlak van 1) het behandelen van 'tuig', 2) het bestrijden van symptomen in plaats van het verhelpen van de oorzaken waar hij zelf deels verantwoordelijk voor is, en 3) het beperken van de speelruimte van rechters.
Karel V, keizer van het Duitse Rijk, vorst over de grootste delen van de Nederlanden, koning van Spanje, et cetera, besloot in 1525 om de 'ketterij' eens flink aan te gaan pakken. Vooral sinds het optreden van Luther vanaf 1517 waren er meerdere 'ketterse' stromingen ontstaan in Europa, vooral 'lutheryanen' en 'anabaptisen', die een andere interpretatie van het Christendom aanhingen en zich keerden tegen de misstanden in de katholieke kerk. Vanaf 1529 stelde Karel V zich steeds meer op het standpunt dat iedere vorm van 'ketterij' bestraft moest worden met de dood, ongeacht de mate van het vergrijp of de omstandigheden. Veel succes heeft hij daar nooit mee gehad, want zijn raadsheren in de Nederlanden vonden het ondoenlijk om daar aan te voldoen. Dat gold ook in sterke mate voor Karels raadsheren in Den Haag. Het gaat hier om de voorgangers van Rutte en consorten op het Binnenhof, al deden ze maar deels hetzelfde werk. Er was in de zestiende eeuw nog geen strikte scheiding tussen de machten, waardoor de raadsheren een mengeling van bestuurlijke, uitvoerende en juridische taken hadden.[4]
In de eerste plaats vonden de raadsheren dat de doodstraf het doel voorbij schoot. Simpel gezegd: een dode kan niet leren van zijn of haar fouten. In het canonieke recht gold heel sterk dat het voornaamste doel in de ketterbestrijding het tot inkeer laten komen van de zondaar was en het redden van zijn of haar ziel. De schoot van de kerk moest nooit zomaar gesloten worden. Daarnaast waren de raadsheren bang dat een publieke executie juist aanleiding zou geven tot meer ketterij, omdat omstanders 'gesterkt' konden worden door de 'standvastigheid' van de geëxecuteerde, zo schreven ze in 1527. Dit gebeurde bijvoorbeeld bij de terechtstelling van de 'eerste Hollandse marterlaar' Jan de Backer in 1525 in Den Haag. De doodstraf op ieder vergrijp was derhalve onmenselijk, nutteloos en tegen de leer van de kerk. Tenslotte vonden ze het tegen alle gewoonten ingaan om niet iedere overtreding met de bijhorende omstandigheden apart te bekijken. Waarom zou het lezen van een verboden boek tot dezelfde straf moeten leiden als het religieus gemotiveerde initiëren van een opstand tegen het wettige gezag? Of om de parallel met nu te trekken: waarom moet een vader van drie kinderen, zonder strafblad, en met een hulpbehoevende vrouw, net zo goed de cel in voor het schoppen naar een zwaar gepantserde ME'er, als een boze draaideurcrimineel die een ambulancebroeder het ziekenhuis in slaat?
Verzachtende omstandigheden waren er in alle soorten en maten. In 1534 lieten de Haagse raadsheren weten dat ze niet alle 'anabaptisten' wilden executeren, simpelweg omdat het er teveel waren en omdat een groot deel van hen bovendien bestond uit 'simpele, lompe, figuren met botte hersens'. Naast het elitaire argument dat de mensen te dom waren om allemaal de doodstraf te krijgen zal medelijden ook vaak een rol hebben gespeeld. De voorzitter van de Haagse raadsheren pleitte bijvoorbeeld voor het sparen van het leven van een jonge vrouw, eigenlijk nog een meisje, die samen met andere 'anabaptisten' naakt door Amsterdam had gerend onder het roepen van religieuze leuzen. Uit zijn brief blijkt groot medelijden met dit 'bedrogen' individu.
Karel V wilde echter niet kijken naar de oorzaak van al die 'ketterijen', namelijk de grote misstanden in de katholieke kerk en de sociale misstanden, en zijn antwoord was nog hardere repressie met steeds minder ruimte voor de rechters om de omstandigheden mee te nemen in hun oordeel. Let wel, de raadsheren in Den Haag waren, net als Nederlandse rechters nu [5], niet slap en hebben alsnog vele 'ketters' ter dood laten brengen of laten verminken, maar ze hebben ook decennialang, deels met succes, geprotesteerd tegen de hardvochtige wetten die hen iedere ruimte voor het kijken naar de omstandigheden ontnam. De ketterse bewegingen verloren veel goodwill in 1534 en 1535 toen de anabaptisten zich nadrukkelijk keerden tegen de bestaande maatschappij en aanslagen pleegden op Münster (geslaagd) en Amsterdam (voorkomen), op dezelfde manier dat mensen nu begrijpelijkerwijs geen begrip kunnen opbrengen voor plunderingen door het 'tuig' uit de eenentwintigste eeuw. Desalniettemin bleef de repressie een heet hangijzer, dat tot grote spanningen leidde tussen Karel V, zijn raadsheren en de 'Nederlanders' en werd er nauwelijks gekeken naar de oorzaak.
Hoewel Karel V in zijn optreden obstinaat en kortzichtig was, liet hij zich nog wel enigszins ten goede beïnvloeden door zijn landvoogdessen (Margaretha van Oostenrijk en Maria van Hongarije) en raadsheren. Toen hij gedesillusioneerd aftrad in 1555, want hij was er niet in geslaagd de eenheid in het Christendom te bewaren, nam zijn zoon Filips II het van hem over. Filips zette in eerste instantie gewoon het beleid van zijn vader voort, maar luisterde vooral naar zijn Spaanse, fanatieke raadgevers. Er werd weer volop ingezet op de 'ketterbestrijding', zonder dat geluisterd werd naar de waarschuwingen van de 'Nederlandse' raadsheren dat de situatie onhoudbaar werd. Het gevolg was de Beeldenstorm van 1566, wat weer leidde tot nog meer geweld onder Alva, die zogenaamd orde op zaken kwam stellen. Twee jaar later brak de Opstand uit. Dit was niet een Opstand van 'Nederland' tegen de 'Spaanse bezetter'. Filips II was volgens het geldende recht gewoon de legitieme heerser over de Nederlanden, net zoals de Franse Bourgondiërs en Oostenrijkse Habsburgers dat eerder waren. De Opstand was het gevolg van decennialang de oorzaken van de onvrede negeren en ongenuanceerd hard optreden. Historici beoordelen Karel V over het algemeen niet goed, een beetje als een starre man met weinig inzicht in de maatschappij. Rutte kan nog proberen niet een nieuwe Karel V te worden. Hij zou om te beginnen wat meer kunnen luisteren naar sociologen, historici en juristen, die hem kunnen helpen rellen, die niemand wil, te voorkomen in plaats van een voedingsbodem te geven en vervolgens plat te slaan.
[1]https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/politiek/artikel/5210784/vvd-nieuwe-wet-bij-geweld-tegen-beveiligers-journalisten-altijd
[2]https://www.youtube.com/watch?v=3bivYyj7DNs
[3] https://www.trouw.nl/nieuws/rutte-rechters-kunnen-hogere-strafmaat-niet-negeren~b9e16c59/
[4] Zie S. ter Braake, Met Recht en Rekenschap (2007) en S. ter Braake, Rond het Binnenhof (2012).
[5] http://www.secjure.nl/2017/02/06/heersende-opvatting-nederlandse-rechters-laag-straffen/
Rechters kijken al eeuwenlang naar 'de omstandigheden' - van dader, slachtoffer en wat er nu precies waarom gebeurde - van iedere casus die ze voor zich krijgen en of een bepaalde straf wel het beoogde nut heeft. En gelukkig doen ze dat, want de wetgevers hebben geen tijd voor de menselijke maat. Op het moment dat de wetgevende macht die speelruimte te veel aan banden probeert te leggen, dan bevinden zij zich aan de verkeerde kant van de driehoek. Politici als Rutte en anderen die proberen spierballen te tonen tegen de onderkant van de samenleving, zouden moeten beseffen dat juist een totaal gebrek aan interesse voor de oorzaken van ontevredenheid een van de aanleidingen was tot het uitbreken van de Nederlandse Opstand in 1568. Veel historici zijn allergisch voor het trekken van vergelijkingen tussen nu en het verleden. Rutte is er daar blijkbaar een van. Dat is heel jammer, want het doet weinig recht aan de maatschappelijke waarde van het historische vak. Het zou voor zich moeten spreken dat ik de situatie van nu niet één op één wil vergelijken met die in de zestiende eeuw. De 'ketterbestrijding' van de zestiende eeuw staat bijvoorbeeld in geen enkele verhouding tot wat er nu gebeurt. De mensen zijn anders, de cultuur is anders, de omstandigheden zijn anders. Toch kan historisch vergelijken wel als je wijst op de gelijkenissen van de politieke, culturele, rechterlijke, sociologische en psychologische mechanismen die toen speelden en ook nu. Rutte laat dezelfde steken vallen als keizer Karel V in de zestiende eeuw, en wel op het vlak van 1) het behandelen van 'tuig', 2) het bestrijden van symptomen in plaats van het verhelpen van de oorzaken waar hij zelf deels verantwoordelijk voor is, en 3) het beperken van de speelruimte van rechters.
Karel V, keizer van het Duitse Rijk, vorst over de grootste delen van de Nederlanden, koning van Spanje, et cetera, besloot in 1525 om de 'ketterij' eens flink aan te gaan pakken. Vooral sinds het optreden van Luther vanaf 1517 waren er meerdere 'ketterse' stromingen ontstaan in Europa, vooral 'lutheryanen' en 'anabaptisen', die een andere interpretatie van het Christendom aanhingen en zich keerden tegen de misstanden in de katholieke kerk. Vanaf 1529 stelde Karel V zich steeds meer op het standpunt dat iedere vorm van 'ketterij' bestraft moest worden met de dood, ongeacht de mate van het vergrijp of de omstandigheden. Veel succes heeft hij daar nooit mee gehad, want zijn raadsheren in de Nederlanden vonden het ondoenlijk om daar aan te voldoen. Dat gold ook in sterke mate voor Karels raadsheren in Den Haag. Het gaat hier om de voorgangers van Rutte en consorten op het Binnenhof, al deden ze maar deels hetzelfde werk. Er was in de zestiende eeuw nog geen strikte scheiding tussen de machten, waardoor de raadsheren een mengeling van bestuurlijke, uitvoerende en juridische taken hadden.[4]
In de eerste plaats vonden de raadsheren dat de doodstraf het doel voorbij schoot. Simpel gezegd: een dode kan niet leren van zijn of haar fouten. In het canonieke recht gold heel sterk dat het voornaamste doel in de ketterbestrijding het tot inkeer laten komen van de zondaar was en het redden van zijn of haar ziel. De schoot van de kerk moest nooit zomaar gesloten worden. Daarnaast waren de raadsheren bang dat een publieke executie juist aanleiding zou geven tot meer ketterij, omdat omstanders 'gesterkt' konden worden door de 'standvastigheid' van de geëxecuteerde, zo schreven ze in 1527. Dit gebeurde bijvoorbeeld bij de terechtstelling van de 'eerste Hollandse marterlaar' Jan de Backer in 1525 in Den Haag. De doodstraf op ieder vergrijp was derhalve onmenselijk, nutteloos en tegen de leer van de kerk. Tenslotte vonden ze het tegen alle gewoonten ingaan om niet iedere overtreding met de bijhorende omstandigheden apart te bekijken. Waarom zou het lezen van een verboden boek tot dezelfde straf moeten leiden als het religieus gemotiveerde initiëren van een opstand tegen het wettige gezag? Of om de parallel met nu te trekken: waarom moet een vader van drie kinderen, zonder strafblad, en met een hulpbehoevende vrouw, net zo goed de cel in voor het schoppen naar een zwaar gepantserde ME'er, als een boze draaideurcrimineel die een ambulancebroeder het ziekenhuis in slaat?
Verzachtende omstandigheden waren er in alle soorten en maten. In 1534 lieten de Haagse raadsheren weten dat ze niet alle 'anabaptisten' wilden executeren, simpelweg omdat het er teveel waren en omdat een groot deel van hen bovendien bestond uit 'simpele, lompe, figuren met botte hersens'. Naast het elitaire argument dat de mensen te dom waren om allemaal de doodstraf te krijgen zal medelijden ook vaak een rol hebben gespeeld. De voorzitter van de Haagse raadsheren pleitte bijvoorbeeld voor het sparen van het leven van een jonge vrouw, eigenlijk nog een meisje, die samen met andere 'anabaptisten' naakt door Amsterdam had gerend onder het roepen van religieuze leuzen. Uit zijn brief blijkt groot medelijden met dit 'bedrogen' individu.
Karel V wilde echter niet kijken naar de oorzaak van al die 'ketterijen', namelijk de grote misstanden in de katholieke kerk en de sociale misstanden, en zijn antwoord was nog hardere repressie met steeds minder ruimte voor de rechters om de omstandigheden mee te nemen in hun oordeel. Let wel, de raadsheren in Den Haag waren, net als Nederlandse rechters nu [5], niet slap en hebben alsnog vele 'ketters' ter dood laten brengen of laten verminken, maar ze hebben ook decennialang, deels met succes, geprotesteerd tegen de hardvochtige wetten die hen iedere ruimte voor het kijken naar de omstandigheden ontnam. De ketterse bewegingen verloren veel goodwill in 1534 en 1535 toen de anabaptisten zich nadrukkelijk keerden tegen de bestaande maatschappij en aanslagen pleegden op Münster (geslaagd) en Amsterdam (voorkomen), op dezelfde manier dat mensen nu begrijpelijkerwijs geen begrip kunnen opbrengen voor plunderingen door het 'tuig' uit de eenentwintigste eeuw. Desalniettemin bleef de repressie een heet hangijzer, dat tot grote spanningen leidde tussen Karel V, zijn raadsheren en de 'Nederlanders' en werd er nauwelijks gekeken naar de oorzaak.
Hoewel Karel V in zijn optreden obstinaat en kortzichtig was, liet hij zich nog wel enigszins ten goede beïnvloeden door zijn landvoogdessen (Margaretha van Oostenrijk en Maria van Hongarije) en raadsheren. Toen hij gedesillusioneerd aftrad in 1555, want hij was er niet in geslaagd de eenheid in het Christendom te bewaren, nam zijn zoon Filips II het van hem over. Filips zette in eerste instantie gewoon het beleid van zijn vader voort, maar luisterde vooral naar zijn Spaanse, fanatieke raadgevers. Er werd weer volop ingezet op de 'ketterbestrijding', zonder dat geluisterd werd naar de waarschuwingen van de 'Nederlandse' raadsheren dat de situatie onhoudbaar werd. Het gevolg was de Beeldenstorm van 1566, wat weer leidde tot nog meer geweld onder Alva, die zogenaamd orde op zaken kwam stellen. Twee jaar later brak de Opstand uit. Dit was niet een Opstand van 'Nederland' tegen de 'Spaanse bezetter'. Filips II was volgens het geldende recht gewoon de legitieme heerser over de Nederlanden, net zoals de Franse Bourgondiërs en Oostenrijkse Habsburgers dat eerder waren. De Opstand was het gevolg van decennialang de oorzaken van de onvrede negeren en ongenuanceerd hard optreden. Historici beoordelen Karel V over het algemeen niet goed, een beetje als een starre man met weinig inzicht in de maatschappij. Rutte kan nog proberen niet een nieuwe Karel V te worden. Hij zou om te beginnen wat meer kunnen luisteren naar sociologen, historici en juristen, die hem kunnen helpen rellen, die niemand wil, te voorkomen in plaats van een voedingsbodem te geven en vervolgens plat te slaan.
[1]https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/politiek/artikel/5210784/vvd-nieuwe-wet-bij-geweld-tegen-beveiligers-journalisten-altijd
[2]https://www.youtube.com/watch?v=3bivYyj7DNs
[3] https://www.trouw.nl/nieuws/rutte-rechters-kunnen-hogere-strafmaat-niet-negeren~b9e16c59/
[4] Zie S. ter Braake, Met Recht en Rekenschap (2007) en S. ter Braake, Rond het Binnenhof (2012).
[5] http://www.secjure.nl/2017/02/06/heersende-opvatting-nederlandse-rechters-laag-straffen/
vrijdag 18 oktober 2019
How Capitalist Thinking is Bullshitting Around in Academia
Introduction*
A myriad of newspaper articles, blogs, posts and social media threads exist on what is wrong with
'Academia' in Western Europe and the United States. In my home country of the Netherlands there is an entire organization of Academic Activists, trying to improve things for Academics. For now, nothing has been achieved and budget cuts continue to hit universities without delay.
In 2004, when I was still young and full of life, a PhD student at the start of my Academic career, I spoke to one of my 'professor-idols' from a Belgian University, hoping for an inspirational conversation. The first thing I asked him was what he was working on now. The sour answer was: 'administration' and that the only joy he still got from his job was through the research from his junior staff members. This professor was an early example of how capitalism at universities could beat out the passion of some of the brightest minds in their field.
Common complaints from academics are not enough funding, a high workload, monetizing of knowledge and bad peer reviewing. Most of these complaints are justified. In my opinion however, they often circumvent the real problem: Unchecked Capitalism in Academia, which is caused by a blind worshipping of Capitalist Thinking in Western Society. Universities have let this monster in and it still is growing. I will argue here that capitalist thinking and capitalist mentality have invaded Universities to such an extend, that the only way to liberate them from the shackles of budget costs and high workload is pushing this monster out again. Unfortunately, it may only be possible to do this by pushing for changes that go far beyond the walls of Academia.
Capitalist thinking has lead to a situation in which too much work has to be done by too few people. The number of students has increased rapidly over the past few decades, while the number of academics has remained more or less the same. In some fields there even has been a decrease in the number of academics. This means there is not enough labour available to do research, teach, supervise and perform a ton of mostly bullshit administrative duties. Capitalist thinking has created a perverse system of competition, disrespect for academic work, disrespect for unlucrative studies, and the sickening need to 'score' on every level: research projects, publications, graduated students, finished PhD's, et cetera. Power abuse, power struggles, plagiarism, mediocre research and bad teaching and supervising is an inevitable side effect of this.
What I am arguing here is mostly based on my own experiences in Academia in the Netherlands, but undoubtedly can be applied for the bigger part to the situation in other Western countries as well. If you are an academic and do not recognise (parts of) what I am describing, I can only say 'lucky you', but that does not mean these problems do not exist. In my career I have worked at three different Universities for over ten years and have experienced both the best sides and some of the worst sides. Not coincidentally, I have seen more of the worst sides in most recent years.
When I write 'capitalist mentality', I refer to a thinking that is drenched in 'targets', 'costs', 'competition' and 'efficiency'. Unchecked capitalism is when this mentality becomes the leading motive for any policy decision and for the way academics themselves behave. Academics have tried to improve their situation, but maybe have not looked close enough at their own behaviour and at the root cause of all problems. Academics can ask for more funding. They can ask for more personnel. They can ask for less bureaucracy. In the end this will only soften the blows in the short term: currently Academia, just like any other sector in western society, is supposed to 'deliver', to demonstrate their monetary worth for society, to show they can write a chapter in that 'fairytale of eternal growth'.[1] Many of the most rebellious academics fight for Academia, but simultaneously play along in the capitalist game of showing how Academia has worth. To some degree this is understandable, because people who (still) work in Academia are the ones that came out on top of this same system. In order to get rid of the perverse parts of the current academic system, Academics need to detach themselves from the system itself, which is difficult because they are living in it and are depending on it for their job.
Peer reviewing is done purely on a voluntary basis, which is self destructing if no one even ever has enough time to do the stuff they are being paid for.
It happened to me on several occasions that I had to ask after more than one year what the status of the reviewing process was. On two of such occasions there only was one peer review, which is not enough to base an 'accept' or a 'rejection' on. And those reviews were not even very good. Sloppy, hasty work, with very little helpful comments. Ironically, papers that I submitted to smaller 'B' or 'C' journals received more timely reviews, with more helpful comments and justified criticisms from the editorial boards. Therefore what I consider my best work is published in the journals and other outlets that do not really count for much in the terms of Academic output. Not only the system itself is at fault here. All the academics worldwide, often high and mighty, who agree to review a paper but then do not meet the deadlines to actually do it, or do it badly, are part of the problem. Delegating such a task to junior researchers with less responsibilities, and who are not battered down yet by a system that more or less expects them to not meet deadlines, would be a logical step that only few seem to do. As an editor of two proceedings I experienced that the best reviews, with substantiated criticisms and helpful comments, were done *on time*, by PhD students. At some point I started avoiding A journals as outlets for my work, because of the absolute bullshitting of the review process, to possibly get an A publication of mediocre quality, that very few people would read. In terms of having an academic career however, that obviously was not the smartest thing to do.
This is not limited to papers only. During my last project there was one digital Tool that was cited often as a good example of what was being done in the field. In reality however, very few people who cited the tool actually had an idea of how it was supposed to work. Even the creators of the tool seemed to have only a vague idea of how it worked, and could not reproduce any of the research results or properly interpret new results. So we were all talking about it and had some vague idea about it, but no one really properly knew anything about it. It is quite possible we were all discussing a shit Tool.
Capitalist thinking creates a climate in which we are all doing what we think we are supposed to be doing. In the meantime we are collectively fooling ourselves and each other, in the hopes of becoming slightly better because of it, without thinking enough about whether what we are doing makes any sense.
The above examples are only the mild forms of 'abuse' present in Academia. Less common, but scarily common nonetheless, are malpractices in falsifying research data for fame and more funding. [2] Plagiarism, and (boarderline) self-plagiarism are also used to boost academic scores.
Other than publishing in journals that are A rated and get little to no attention (my paper in the Journal of Medieval History was highest cited for some time with no less than 6 (!) citations in five years, woop-dee-doo), it is imperative for researchers to at some point get external funding for their research. Funding for student assistants, funding for a small program with a few researchers attached, or, the most megalomanous one, funding for a European project with a multitude of international partners. During my first Postdoc I wrote or co-wrote many proposals, had some minor successes but failed for the rest. Unfortunately, the vast majority of researchers fail at acquiring funding for their research, with acceptance rates being 10% at best and sometimes as low as 2%. Before going into the perverse economics behind the quest for funding, I will talk a bit about the criteria for accepting them.
All proposals for a 'funding scheme' on a national, transnational or European level are, again, sent out to external reviewers. These reviewers are, again, the overworked senior academics, that sometimes do not do their jobs properly when it comes down to 'extra stuff' like this. Usually there are at least three of them, sometimes more if everyone who was asked to do it actually does it. Since the competition is fierce you know that you need to get the highest, or at least the second highest score from each reviewer. If only one of these reviewers is on the verge of a burn-out, is in a bad mood, is simply an asshole that likes to ruin other people's lives, or couldn't be arsed to read the proposal properly, you probably are out, regardless of committees looking at the external reviews and regardless of the opportunity to write a rebuttal. So unless you are loved by practically everyone in the academic community, you always run the risk of getting all your hard work trashed because of bad reviewing. Bad reviewing that may have been caused by anything, like old grudges, stress, laziness, bad news for their own research proposal, or finding out their child is on drugs. Naturally it could also work the other way around: getting a positive review because the reviewer had no time to read your proposal properly, but did not want to be mean. Therefore the chances of having a good proposal that is being trashed, or having a shit proposal that gets praised, are quite present.
Unfortunately, not only the research proposal is evaluated, but also the researchers involved. There have been tendencies to eliminate this criterium, and for good reasons. If professor X was successful in acquiring funding for project Magneto in the past, then obviously he is a good researcher and also deserves funding for project Magneto II. There is a high risk of circular arguments being applied here: professor X is a good chap because he already had 5 projects, so let's give him another project which will make him an even better chap for the next funding scheme. It's a brilliant recipe for making the rich even richer.
My biggest beef with the eternal quest for external funding, however, is the waste of time and resources. I will elaborate by providing one extreme example from my own experience. There was a European funding scheme that in the end granted 2% of the proposals. Therefore 49 out of 50 proposals were rejected. Obviously this is not worse than the rejection rate for applications for a job, but when you realise how much *paid labour* is put into each proposal, the waste of it all becomes mind boggling. In the consortium for our proposal we had representatives from the Netherlands, Austria and the United Kingdom, and a few smaller partners. Each partner had people working on the proposal, for weeks, and sometimes for months. We traveled abroad to meet each other. Every partner had administrative personnel looking at the budget. Every partner had Directors of Research giving their stamp of approval. Even when realising that a lot of this work was done in unpaid over hours, the amount of wasted, paid labour, often financed by grants that were supposed to be used for other research, is perverse. How can a capitalist system of competition, that is obsessed by numbers, finances and targets, waste so many resources?
I was one of the coordinators and main contributors to our proposal, because my boss asked me to and because I liked my boss. In the end it left us with nothing, except for a huge waste of time, tensions with our partners, and two postdoctoral researchers on the verge of a burn-out. This funding scheme produced 49 times this horrible result, versus 1 lucky consortium. This is when I decided I would not make such an attempt ever again, no matter how much I liked my boss.
So a capitalist system, driven by irrational competition, forces universities to waste a lot of money on paying people that help academics to have a proper chance of getting research funded, instead of spending it directly on research. And the worst part is, that there is no evidence that all these helpful people actually play a positive role in getting research funded.
I once was an invited speaker for a conference in Canada, an 8 hour flight from here. The other guest speaker was invited from Spain, another 8 hour flight. Even though both of us were perfectly capable of delivering an interesting enough talk, there was no way to justify the expenses of bringing us there. Canadian colleagues could have done more or less the same and otherwise Skype could have helped.
If Academics want to reduce expenses, they have to look very carefully at the expenses they are making themselves, even if it is paid out of a 'project budget'' (if you are one of the lucky 2% a lot is possible with project budgets).
Let me give one extreme example. My Mac, paid for by the University, broke down. According to protocol I brought it to the MacStore for repairs. The machine could not be repaired and the MacStore gave me a new machine that was exactly the same. This new machine however, did not have the sticker from the IT department that was on my old machine. When my project was finished after 3 years I had to hand in my machine, which I did. The IT department however, protested that they could not verify this was 'their machine' and therefore would continue charging my old department for the use of the broken machine. The machine I handed in could not be used by any other researchers, because it was labelled as 'unknown material'.
So to summarise: I handed in a machine that was 2 years old instead of the expected 3, which should have been a good thing. Instead of rejoicing, however, my department had to continue paying for support for a machine that did not exist anymore, (even though there was no actual support ever for Macs from my department, it was just another protocol thingie!), while the 2 year old machine would be wasted doing nothing and two different branches of the same University were fighting each other! A prime example of perverse and irrational protocols created by capitalist thinking, wasting valuable resources.
A myriad of newspaper articles, blogs, posts and social media threads exist on what is wrong with
'Academia' in Western Europe and the United States. In my home country of the Netherlands there is an entire organization of Academic Activists, trying to improve things for Academics. For now, nothing has been achieved and budget cuts continue to hit universities without delay.
In 2004, when I was still young and full of life, a PhD student at the start of my Academic career, I spoke to one of my 'professor-idols' from a Belgian University, hoping for an inspirational conversation. The first thing I asked him was what he was working on now. The sour answer was: 'administration' and that the only joy he still got from his job was through the research from his junior staff members. This professor was an early example of how capitalism at universities could beat out the passion of some of the brightest minds in their field.
Common complaints from academics are not enough funding, a high workload, monetizing of knowledge and bad peer reviewing. Most of these complaints are justified. In my opinion however, they often circumvent the real problem: Unchecked Capitalism in Academia, which is caused by a blind worshipping of Capitalist Thinking in Western Society. Universities have let this monster in and it still is growing. I will argue here that capitalist thinking and capitalist mentality have invaded Universities to such an extend, that the only way to liberate them from the shackles of budget costs and high workload is pushing this monster out again. Unfortunately, it may only be possible to do this by pushing for changes that go far beyond the walls of Academia.
Capitalist thinking has lead to a situation in which too much work has to be done by too few people. The number of students has increased rapidly over the past few decades, while the number of academics has remained more or less the same. In some fields there even has been a decrease in the number of academics. This means there is not enough labour available to do research, teach, supervise and perform a ton of mostly bullshit administrative duties. Capitalist thinking has created a perverse system of competition, disrespect for academic work, disrespect for unlucrative studies, and the sickening need to 'score' on every level: research projects, publications, graduated students, finished PhD's, et cetera. Power abuse, power struggles, plagiarism, mediocre research and bad teaching and supervising is an inevitable side effect of this.
What I am arguing here is mostly based on my own experiences in Academia in the Netherlands, but undoubtedly can be applied for the bigger part to the situation in other Western countries as well. If you are an academic and do not recognise (parts of) what I am describing, I can only say 'lucky you', but that does not mean these problems do not exist. In my career I have worked at three different Universities for over ten years and have experienced both the best sides and some of the worst sides. Not coincidentally, I have seen more of the worst sides in most recent years.
When I write 'capitalist mentality', I refer to a thinking that is drenched in 'targets', 'costs', 'competition' and 'efficiency'. Unchecked capitalism is when this mentality becomes the leading motive for any policy decision and for the way academics themselves behave. Academics have tried to improve their situation, but maybe have not looked close enough at their own behaviour and at the root cause of all problems. Academics can ask for more funding. They can ask for more personnel. They can ask for less bureaucracy. In the end this will only soften the blows in the short term: currently Academia, just like any other sector in western society, is supposed to 'deliver', to demonstrate their monetary worth for society, to show they can write a chapter in that 'fairytale of eternal growth'.[1] Many of the most rebellious academics fight for Academia, but simultaneously play along in the capitalist game of showing how Academia has worth. To some degree this is understandable, because people who (still) work in Academia are the ones that came out on top of this same system. In order to get rid of the perverse parts of the current academic system, Academics need to detach themselves from the system itself, which is difficult because they are living in it and are depending on it for their job.
Capitalism kills any study without enough students
Recently the VU University Amsterdam stopped offering the study Dutch, because there were not enough students and it was not profitable anymore. This is only one extreme example, but basically the survival of any study relies on the number of students. Jobs and specialisations are killed off, because they are 'sick' in the view of administrators with a capitalist mentality. Policy making is done based on the projected number of students. The question on how valuable it is that a study 'exists' in itself is hardly a part of the equation.
Obsession with Quality Papers that are not Quality papers kills Academia
One of the major problems in Academia is the obsession with counting publications in so-called A journals. "A journals" are internationally orientated and follow a strict process of peer review by high ranked academic staff to ensure the quality of the contributions. The problem however, is that in practice this system is bankrupt because reviewers lack the time to spend on reviewing contributions.Peer reviewing is done purely on a voluntary basis, which is self destructing if no one even ever has enough time to do the stuff they are being paid for.
It happened to me on several occasions that I had to ask after more than one year what the status of the reviewing process was. On two of such occasions there only was one peer review, which is not enough to base an 'accept' or a 'rejection' on. And those reviews were not even very good. Sloppy, hasty work, with very little helpful comments. Ironically, papers that I submitted to smaller 'B' or 'C' journals received more timely reviews, with more helpful comments and justified criticisms from the editorial boards. Therefore what I consider my best work is published in the journals and other outlets that do not really count for much in the terms of Academic output. Not only the system itself is at fault here. All the academics worldwide, often high and mighty, who agree to review a paper but then do not meet the deadlines to actually do it, or do it badly, are part of the problem. Delegating such a task to junior researchers with less responsibilities, and who are not battered down yet by a system that more or less expects them to not meet deadlines, would be a logical step that only few seem to do. As an editor of two proceedings I experienced that the best reviews, with substantiated criticisms and helpful comments, were done *on time*, by PhD students. At some point I started avoiding A journals as outlets for my work, because of the absolute bullshitting of the review process, to possibly get an A publication of mediocre quality, that very few people would read. In terms of having an academic career however, that obviously was not the smartest thing to do.
Time Restraints Make Academics Sloppy and Self Deluding
A common problem in Academia is that lots of work gets published, but very little work is getting read. It's like thousands of academics worldwide are running on a treadmill to produce as many A rated publications as possible, which leaves 0 time to actually properly read what others are producing. Often academics make references to work they have hardly read, just because they are 'supposed' to do that to pass academic peer review. In order to get work published academics need to at least pretend they have read the work of the colleagues who are probably peer reviewing their papers. Senior researchers often mostly cite the same works they have read when they were still young and promising researchers, because they have not been able to read anything else since then.This is not limited to papers only. During my last project there was one digital Tool that was cited often as a good example of what was being done in the field. In reality however, very few people who cited the tool actually had an idea of how it was supposed to work. Even the creators of the tool seemed to have only a vague idea of how it worked, and could not reproduce any of the research results or properly interpret new results. So we were all talking about it and had some vague idea about it, but no one really properly knew anything about it. It is quite possible we were all discussing a shit Tool.
Capitalist thinking creates a climate in which we are all doing what we think we are supposed to be doing. In the meantime we are collectively fooling ourselves and each other, in the hopes of becoming slightly better because of it, without thinking enough about whether what we are doing makes any sense.
The above examples are only the mild forms of 'abuse' present in Academia. Less common, but scarily common nonetheless, are malpractices in falsifying research data for fame and more funding. [2] Plagiarism, and (boarderline) self-plagiarism are also used to boost academic scores.
Funding Schemes in their current form are a Perverse waste of Time and Resources
Other than publishing in journals that are A rated and get little to no attention (my paper in the Journal of Medieval History was highest cited for some time with no less than 6 (!) citations in five years, woop-dee-doo), it is imperative for researchers to at some point get external funding for their research. Funding for student assistants, funding for a small program with a few researchers attached, or, the most megalomanous one, funding for a European project with a multitude of international partners. During my first Postdoc I wrote or co-wrote many proposals, had some minor successes but failed for the rest. Unfortunately, the vast majority of researchers fail at acquiring funding for their research, with acceptance rates being 10% at best and sometimes as low as 2%. Before going into the perverse economics behind the quest for funding, I will talk a bit about the criteria for accepting them.
All proposals for a 'funding scheme' on a national, transnational or European level are, again, sent out to external reviewers. These reviewers are, again, the overworked senior academics, that sometimes do not do their jobs properly when it comes down to 'extra stuff' like this. Usually there are at least three of them, sometimes more if everyone who was asked to do it actually does it. Since the competition is fierce you know that you need to get the highest, or at least the second highest score from each reviewer. If only one of these reviewers is on the verge of a burn-out, is in a bad mood, is simply an asshole that likes to ruin other people's lives, or couldn't be arsed to read the proposal properly, you probably are out, regardless of committees looking at the external reviews and regardless of the opportunity to write a rebuttal. So unless you are loved by practically everyone in the academic community, you always run the risk of getting all your hard work trashed because of bad reviewing. Bad reviewing that may have been caused by anything, like old grudges, stress, laziness, bad news for their own research proposal, or finding out their child is on drugs. Naturally it could also work the other way around: getting a positive review because the reviewer had no time to read your proposal properly, but did not want to be mean. Therefore the chances of having a good proposal that is being trashed, or having a shit proposal that gets praised, are quite present.
Unfortunately, not only the research proposal is evaluated, but also the researchers involved. There have been tendencies to eliminate this criterium, and for good reasons. If professor X was successful in acquiring funding for project Magneto in the past, then obviously he is a good researcher and also deserves funding for project Magneto II. There is a high risk of circular arguments being applied here: professor X is a good chap because he already had 5 projects, so let's give him another project which will make him an even better chap for the next funding scheme. It's a brilliant recipe for making the rich even richer.
My biggest beef with the eternal quest for external funding, however, is the waste of time and resources. I will elaborate by providing one extreme example from my own experience. There was a European funding scheme that in the end granted 2% of the proposals. Therefore 49 out of 50 proposals were rejected. Obviously this is not worse than the rejection rate for applications for a job, but when you realise how much *paid labour* is put into each proposal, the waste of it all becomes mind boggling. In the consortium for our proposal we had representatives from the Netherlands, Austria and the United Kingdom, and a few smaller partners. Each partner had people working on the proposal, for weeks, and sometimes for months. We traveled abroad to meet each other. Every partner had administrative personnel looking at the budget. Every partner had Directors of Research giving their stamp of approval. Even when realising that a lot of this work was done in unpaid over hours, the amount of wasted, paid labour, often financed by grants that were supposed to be used for other research, is perverse. How can a capitalist system of competition, that is obsessed by numbers, finances and targets, waste so many resources?
I was one of the coordinators and main contributors to our proposal, because my boss asked me to and because I liked my boss. In the end it left us with nothing, except for a huge waste of time, tensions with our partners, and two postdoctoral researchers on the verge of a burn-out. This funding scheme produced 49 times this horrible result, versus 1 lucky consortium. This is when I decided I would not make such an attempt ever again, no matter how much I liked my boss.
Too Much Support, too little Research
Academics are trained in doing research and reporting about it. When they have to write research proposals they often get help from people who get paid more than they are. External experts who apparently know all about how to 'market' your research, external editors and translators, internal experts who guide your proposal step-by-step, deans and research Directors who are supposed to help, financial experts who have a say on how to spend the money if granted, et cetera. Even though most of these people mean well, there are an awful lot of them. There are more non-Academic people working at Universities than actual academics, and some of them cost a shitload of money.So a capitalist system, driven by irrational competition, forces universities to waste a lot of money on paying people that help academics to have a proper chance of getting research funded, instead of spending it directly on research. And the worst part is, that there is no evidence that all these helpful people actually play a positive role in getting research funded.
Wasting Money Internationally
In this capitalist system of Academia international relations are considered to be of utmost importance. Conferences where researchers from all over the world meet and conferences where policy makers strike mutually beneficial deals. All of this is accompanied by expensive flights, lunches, dinners, conference fees, et cetera. I have been to quite a few of such conferences, some of them useful, while others consisted mostly of a load of bullshitting around and were mainly a nice opportunity for cheap holidays. I always was only one of the 'smaller dogs' of the pack, with the top dogs going to a manifold of (international) meetings, flying all over the world wasting even more money and killing the environment.I once was an invited speaker for a conference in Canada, an 8 hour flight from here. The other guest speaker was invited from Spain, another 8 hour flight. Even though both of us were perfectly capable of delivering an interesting enough talk, there was no way to justify the expenses of bringing us there. Canadian colleagues could have done more or less the same and otherwise Skype could have helped.
If Academics want to reduce expenses, they have to look very carefully at the expenses they are making themselves, even if it is paid out of a 'project budget'' (if you are one of the lucky 2% a lot is possible with project budgets).
Trapped in your own Capitalist Bullshit
Then there is some more brain melting stuff that will vary from University to University, My last employer built so many useless, efficiency driven, capitalist protocols, that one department could take another department of the same University hostage for no reason a sensible person could understand.Let me give one extreme example. My Mac, paid for by the University, broke down. According to protocol I brought it to the MacStore for repairs. The machine could not be repaired and the MacStore gave me a new machine that was exactly the same. This new machine however, did not have the sticker from the IT department that was on my old machine. When my project was finished after 3 years I had to hand in my machine, which I did. The IT department however, protested that they could not verify this was 'their machine' and therefore would continue charging my old department for the use of the broken machine. The machine I handed in could not be used by any other researchers, because it was labelled as 'unknown material'.
So to summarise: I handed in a machine that was 2 years old instead of the expected 3, which should have been a good thing. Instead of rejoicing, however, my department had to continue paying for support for a machine that did not exist anymore, (even though there was no actual support ever for Macs from my department, it was just another protocol thingie!), while the 2 year old machine would be wasted doing nothing and two different branches of the same University were fighting each other! A prime example of perverse and irrational protocols created by capitalist thinking, wasting valuable resources.
Bullshitting Around
I had the pleasure of working for and with many inspiring colleagues, who held their heads high in the Capitalist world of Academia. They had ideals and a love for science. Unfortunately, sometimes people with good intentions can do a lousy job, which was the case in my last project. It was an interdisciplinary project, directly funded by two Amsterdam universities with no less than five highly renowned chair-holders from different disciplines involved. Unfortunately the original research proposal, that miraculously, was granted, was vague in its goals, ambitions, and the way in which the research from the different disciplines would have to be connected.
The result was that most Project Meetings were filled with vague ideas and a lot of bullshit. The project leaders did not (always) prepare properly for these meetings, had no idea what the actual researchers were doing and why, gave input that made no sense, and left the researchers mostly frustrated at the end of each meeting. Drafts of papers were hardly ever read. Contributions to papers were hardly ever made. Agreements on when to do what were not honoured, Deadlines proposed by the project leaders were not met by the same project leaders. One of the project leaders even decided it was none of his business anymore and skipped all shared project meetings after the first few. This is not because all of these project leaders were awful people. On the contrary, they all were idealistic Academics, striving to always advance knowledge in their own discipline. Unfortunately, the entire project was victim of miscommunications between the disciplines, too ambitious and vague goals, and not having one clear project leader who felt responsible for the project. Most of this can be blamed again on not having enough time to do things properly. The project was funded and there were not enough incentives to continue putting a lot of effort in it.
Obviously, in the end, the researchers themselves, not the supervisors, are responsible for the victories and failures of their own projects. Bullshit project meetings like those however, were counterproductive, and a huge waste of time, potential and resources.
I have seen worse than this though. There are people who are literally bullshitting from one project to the other, flying all over the world and making international connections, but never delivering any research results that go far beyond the original research proposal. To them it does not matter much how they are doing their job. They have convinced themselves that playing the capitalist game is most important to survive and they thrive in doing so, turning themselves into capitalist-academic monstrosities.
Obviously, in the end, the researchers themselves, not the supervisors, are responsible for the victories and failures of their own projects. Bullshit project meetings like those however, were counterproductive, and a huge waste of time, potential and resources.
I have seen worse than this though. There are people who are literally bullshitting from one project to the other, flying all over the world and making international connections, but never delivering any research results that go far beyond the original research proposal. To them it does not matter much how they are doing their job. They have convinced themselves that playing the capitalist game is most important to survive and they thrive in doing so, turning themselves into capitalist-academic monstrosities.
Power abuse
All of the above can potentially lead to terrible power abuse. Fortunately I have not experienced this myself, but this is probably because I am white and male. Recently, examples of sexism and power abuse have become public, that are only the tip of the Iceberg. People in power, the chair-holders, the directors and the deans, that are responsible for the numbers and the output, and sometimes also the financing of projects and departments, can potentially exert a lot of power on the people working for them and that are dependent on their good will to get another temporary job. There is a small 'elite' at universities with permanent contracts, that is in charge of the "researcher working bees" with temporary contracts. When money speaks, corruption and abuse follow in its wake. While in the past Universities assumed that this kind of corruption only takes place in business companies, institutions with an inherently capitalist signature, it has become clear that universities are not spared from this kind of power abuse either.
Capitalist thinking has also led to 'survival of the fittest' in Academia, instead of survival of the smartest (obviously though, it is perfectly possible for the fittest to also be the smartest). If you cannot commit many over hours to your job you are likely to eventually perish in the race for tenure. No one ever seems to question why we consider it to be normal that Academics spend 60-80 hours per week on their job instead of 40. Part time jobs exist, but even for those you often 'are supposed' to work full-time in reality, or write research proposals in 'your spare time' .
Other than this kind of labour mentality being unhealthy, it also creates a system of unfair competition. It is difficult to compete for women who want to get pregnant, for people with disabilities and, in general, for any person who is a 'caretaker'. The number of women in Academia significantly decreases the moment they could continue their career from junior level to mid level. Even though the situation is improving, only 20% of chair-holders in the Netherlands identify as female.
Only ask applicants to write a 'full proposal' if they have at least a 50% chance of getting funded.
Reward external reviewers, let them sign contracts, do not accept delays or sloppy reviewing.
Governments should hand more money directly to Universities instead of external financiers and have some faith it is spent well Stop looking at Universities as companies that "produce" knowledge and graduated students, but instead look at them as institutions in which important knowledge is generated in dialogue and where students become smarter and better people.Stop financing universities by looking at the number of students and diplomas. Have some damn respect for academics and their research
------------------------------------------------
* Edit 16 April 2020: removed a paragraph on the eroding of the status of PhD students. Not because it is unimportant, but because this blog already was quite long and the situation I described mostly applies to the Netherlands.
[1] Nicely worded by Greta Thunberg in her speech to the United Nations on 23 September 2019.
[2] Most famous example being Diederik Stapel: https://nl.wikipedia.org/wiki/Diederik_Stapel
Unhealthy Labour Mentality
Capitalist thinking has also led to 'survival of the fittest' in Academia, instead of survival of the smartest (obviously though, it is perfectly possible for the fittest to also be the smartest). If you cannot commit many over hours to your job you are likely to eventually perish in the race for tenure. No one ever seems to question why we consider it to be normal that Academics spend 60-80 hours per week on their job instead of 40. Part time jobs exist, but even for those you often 'are supposed' to work full-time in reality, or write research proposals in 'your spare time' .Other than this kind of labour mentality being unhealthy, it also creates a system of unfair competition. It is difficult to compete for women who want to get pregnant, for people with disabilities and, in general, for any person who is a 'caretaker'. The number of women in Academia significantly decreases the moment they could continue their career from junior level to mid level. Even though the situation is improving, only 20% of chair-holders in the Netherlands identify as female.
Finally: Recommendations?
The main argument of this Blog is that even though all efforts to fight for Academia are inspiring and justified, it is mostly fighting the symptoms. The cause lies much deeper, with Academia becoming more firmly entrenched in capitalist thinking over the past few decades.
Improvement will not simply come from 'more money', 'more funding', or 'more personnel'. This would only be playing along in the capitalist system and, to be honest, academics in general are (fortunately) not very good at this game. More than anything, permanent change will require recalibrating thinking. To move away from capitalism to a more social model of being in Academia. Obviously this is easier said than done.
Universities should become more efficient, but not in the way they think. Get rid of everyone who has a supporting role in writing a research proposal. I know these people mean well, but without them there is more money for actual research. Get rid of everyone responsible for publicity and marketing as well. Reduce the salary of chair-holders, deans and research directors. Reduce the number of policy makers. Stop having bullshit protocols between different parts of your own organization. Remember what your core business is: research and education, everything else is of secondary importance. You are a university, not a company. Get rid of all thinking in numbers and efficiency.
Academics should detach themselves from the over hours and demand being able to do their job properly within one full working week of 40 hours. Do NOT accept to peer review anything if you cannot do it properly within the deadline. Do NOT agree to supervise a project unless you are willing to do a proper job at it. Even doing half a proper job will do more harm than good. Stop fooling yourself with 'obligatory citations' and call out bullshit when you see it. Do not fly to Conferences more than once a year. Stop putting so much value on publications in A journals. Stop wasting so much time on research proposals.
External financiers should stop wasting money. Do not run any funding schemes that does not honour at least 10% of all applications, even if this means introducing a maximum number of applicants.Improvement will not simply come from 'more money', 'more funding', or 'more personnel'. This would only be playing along in the capitalist system and, to be honest, academics in general are (fortunately) not very good at this game. More than anything, permanent change will require recalibrating thinking. To move away from capitalism to a more social model of being in Academia. Obviously this is easier said than done.
Universities should become more efficient, but not in the way they think. Get rid of everyone who has a supporting role in writing a research proposal. I know these people mean well, but without them there is more money for actual research. Get rid of everyone responsible for publicity and marketing as well. Reduce the salary of chair-holders, deans and research directors. Reduce the number of policy makers. Stop having bullshit protocols between different parts of your own organization. Remember what your core business is: research and education, everything else is of secondary importance. You are a university, not a company. Get rid of all thinking in numbers and efficiency.
Academics should detach themselves from the over hours and demand being able to do their job properly within one full working week of 40 hours. Do NOT accept to peer review anything if you cannot do it properly within the deadline. Do NOT agree to supervise a project unless you are willing to do a proper job at it. Even doing half a proper job will do more harm than good. Stop fooling yourself with 'obligatory citations' and call out bullshit when you see it. Do not fly to Conferences more than once a year. Stop putting so much value on publications in A journals. Stop wasting so much time on research proposals.
Only ask applicants to write a 'full proposal' if they have at least a 50% chance of getting funded.
Reward external reviewers, let them sign contracts, do not accept delays or sloppy reviewing.
Governments should hand more money directly to Universities instead of external financiers and have some faith it is spent well Stop looking at Universities as companies that "produce" knowledge and graduated students, but instead look at them as institutions in which important knowledge is generated in dialogue and where students become smarter and better people.Stop financing universities by looking at the number of students and diplomas. Have some damn respect for academics and their research
------------------------------------------------
* Edit 16 April 2020: removed a paragraph on the eroding of the status of PhD students. Not because it is unimportant, but because this blog already was quite long and the situation I described mostly applies to the Netherlands.
[1] Nicely worded by Greta Thunberg in her speech to the United Nations on 23 September 2019.
[2] Most famous example being Diederik Stapel: https://nl.wikipedia.org/wiki/Diederik_Stapel
zaterdag 15 juni 2019
De rol van Willem III bij de veroordeling van Cornelis de Witt, niet bij de moord op Johan de Witt
Enkele jaren geleden schreef ik voor Historisch Tijdschrift Holland een recensie van het mooie boek van Prud'Homme van Reine over de moord op de gebroeders De Witt.
In deze recensie verschil ik van mening met de auteur over de interpretatie van een sleutelpassage in een van de belangrijkste bronnen over de moord. Omdat ik dat verschil van mening tamelijk belangrijk vind, en ik er in mijn oneindige bescheidenheid van overtuigd ben gelijk te hebben, volgt de recensie nu ook hier:
In deze recensie verschil ik van mening met de auteur over de interpretatie van een sleutelpassage in een van de belangrijkste bronnen over de moord. Omdat ik dat verschil van mening tamelijk belangrijk vind, en ik er in mijn oneindige bescheidenheid van overtuigd ben gelijk te hebben, volgt de recensie nu ook hier:
Raad pensionaris Johan de Witt (1653-1672) is zonder twijfel een van de boeiendste en meest besproken figuren uit de Gouden Eeuw. Enigszins in zijn schaduw, zoals maar weer blijkt uit de titel van dit boek, maar altijd aanwezig, is Johans oudere broer Cornelis. De broers werden op 20 augustus 1672, in het rampjaar, vermoord en hun lichamen op afgrijslijke wijze verminkt. Er is al eeuwenlang een debat gaande over hoe deze dubbelmoord heeft kunnen plaatsvinden. De dubieuze rol van stadhouder Willem III is daarbij vooral een onderwerp van de nodige controverse geweest, hoewel in de populaire tv-serie De Gouden Eeuw (aflevering 13, 5 maart 2013) die hele discussie niet wordt genoemd, vermoedelijk omdat dat niet in lijn zou zijn met de bijna onsmakelijke verheerlijking van Willem III in de rest van de aflevering.
In 2009 organiseerde de Nederlandse Vereniging Vrienden van de Witt (opgericht in 2005) een symposium over de moord op de gebroeders, waar ook de auteur van dit boek, historicus (van vooral de Gouden Eeuw) en publicist Ronald Prud’Homme van Reine, een lezing gaf. Op het symposium stelde de auteur de vraag waarom niemand ooit serieus onderzoek had gedaan naar de achtergronden van de moordenaars van de gebroeders De Witt. Hij besloot uiteindelijk zelf dat onderzoek te doen, waarvan de resultaten zijn vastgelegd in dit boek.
Bij de moordenaars gaat het om de circa tien mannen die aanwijsbaar de trekker hebben overgehaald en op de broers hebben ingehakt en geslagen, voordat ze werden overgeleverd aan de woedende menigte. De gebeurtenissen die voorafgingen aan de dubbelmoord zijn in grote lijnen genoeg bekend. Cornelis de Witt werd door de louche barbier Willem Tichelaar ervan beschuldigd een moordaanslag te beramen op stadhouder Willem III. Ondanks het complete gebrek aan bewijs werd Cornelis schuldig bevonden door de raadsheren van het Hof van Holland. Toen broer Johan, die kort daarvoor onder druk van de publieke opinie al was afgetreden als raadpensionaris, hem op de dag van het vonnis kwam bezoeken, werden de broers belaagd door een woedende, opgehitste volksmenigte en uiteindelijk ook door een deel van de schutters. Het einde is bekend. Stadhouder Willem III reageerde door de daders te belonen, waardoor hij verdacht is geworden als opdrachtgever van de moord.
Ronald Prud’Homme van Reine vroeg zich af waarom niemand ooit serieus onderzoek had gedaan naar de achtergronden van de moordenaars van de gebroeders De Witt. Hij besloot dat onderzoek uiteindelijk zelf te doen
De sleutelhoofdstukken van dit boek zijn hoofdstukken 5 (‘De moord’) en 6 (‘De moordenaars en hun medeplichtigen’). De rest van het boek biedt een verdienstelijke synthese van de bestaande literatuur, maar levert weinig nieuws en had wat mij betreft sterk ingekort kunnen worden. De auteur heeft in hoofdstuk 6 genoeg interessants te melden over de moordenaars. Het waren grotendeels onbetrouwbare types, die vrijwel allen voor hun aandeel in de moord werden beloond en ook in latere jaren onbetrouwbare lieden bleken te zijn. De auteur maakt aannemelijk dat hun optreden was gedirigeerd door oude vijanden van de gebroeders: Tromp, Kievit en Zuylestein. Spectaculairder is de vondst van de auteur (hoofdstuk 5) van een brief waaruit blijkt dat Willem III een aantal dagen voor de moord in Den Haag was. De enige tijdgenoot die dat had beschreven was procureur Copmoijer, wiens vermelding daarvan tot dusver weinig serieus was genomen. De auteur toont niet alleen aan dat Copmoijer wat betreft de aanwezigheid van Willem gelijk had, maar ook dat hij verder als een betrouwbaar getuige mag gelden.
Het waren grotendeels onbetrouwbare types, die vrijwel allen voor hun aandeel in de moord werden beloond en ook in latere jaren onbetrouwbare lieden bleken te zijn
Wat deed Willem III daar in Den Haag? En wat waren de ‘zaken van zeer groot belang’ waarover hij zijn verwant Johan Maurits van Nassau daar schreef? Volgens de auteur, die zich daarbij baseert op het verslag van Copmoijer, overlegde Willem met de belangrijkste complotteurs in het huis van de Oranjegezinde Odijk. Als dat waar is, dan is het bijzonder aannemelijk dat Willem op zijn minst van de moordplannen op de hoogte was en misschien zelfs heeft geïnitieerd. De auteur hangt voor zijn constructie veel op aan de identificatie van de mannen met wie Willem gesproken zou hebben, die door Copmoijer ‘heeren uyt ‘’t Hof’ worden genoemd. De auteur identificeert ze als hovelingen (p. 93), waartoe in ieder geval Zuylestein en misschien ook Albrantswaard behoord zouden hebben. Tromp en Kievit zouden daar dan waarschijnlijk ook aanwezig zijn, als hebbende connecties met die twee. Op p. 183 staat het voor de auteur zelfs vast dat Willem III met deze mannen overleg heeft gepleegd. Hoewel het zeker mogelijk is dat het zo is gebeurd, is er minder aanleiding om dat te denken dan de auteur doet voorkomen.
Een dubieuze rol van Willem III bij de veroordeling van Cornelis de Witt is aannemelijker dan een rol bij de daadwerkelijke moord
Het is volgens mij veel waarschijnlijker dat de ‘Heeren uyt ’t Hof’ leden waren van het Hof van Holland. Het was immers een bijeenkomt in Den Haag, waar het Hof van Holland zetelde, en procureur Copmoijer werkte bij dat zelfde hof. ‘Het Hoff’ was ook gewoon een gebruikelijke aanduiding voor het college van raadsheren van het Hof van Holland. Willem III had als stadhouder van Holland en Zeeland toegang tot de Raadkamer en mocht zich ambtshalve bemoeien met de rechtspraak van het Hof. Bovendien noemt Copmoijer even later in zijn verslag de heren Zuylestein en Tromp wel bij naam, dus waarom zou hij dat eerder met een dergelijke cryptische beschrijving doen? De bijeenkomst vond plaats kort voor de marteling en veroordeling van Cornelis de Witt. Het lijkt er daarom op dat Willem juist zijn stempel heeft willen drukken op het vonnis dat de raadsheren zouden vellen, door een paar dagen daarvoor overleg te plegen met een aantal van hen. Een dubieuze rol van Willem III bij de veroordeling van Cornelis de Witt is daarmee aannemelijker dan een rol bij de daadwerkelijke moord.
Wat er uiteindelijk precies gebeurd en bekokstoofd is, zal waarschijnlijk altijd in nevelen gehuld blijven. Met dit boek is de moord zeker niet opgelost, zoals wel beweerd wordt door de NOS, maar het is zeer de vraag of dat ooit met sluitend bewijs zal lukken. Prud’Homme van Reine schept met zijn benadering van het onderwerp en enkele mooie vondsten wel meer licht in de duisternis, waardoor zijn boek een geslaagd exemplaar is in de nog altijd aanzwellende historiografie over de gebroeders De Witt.
Deze recensie is verschenen in Holland Historisch Tijdschrift (2014-1).
Verwijzing: Holland Historisch Tijdschrift, Serge ter Braake, 24 april 2013.
woensdag 17 oktober 2018
On Echo Chambers, Statistical Principles, Vaccinations and Autism
The Centuries Old Vaccination Debate
The 'vaccination debate' is as old as the introduction of the first vaccinations in the eighteenth century. A minority of anti vaccinationists rejected vaccinations with 4 main arguments, which have stayed remarkably the same over the centuries: 1) vaccinations cause all kinds of harm (syphilis, measles, encephalitis, autism, death, et cetera, depending on the time period); 2) vaccinations are unnatural; 3) vaccinations are against God's predestination; 4) vaccinations are forced upon us by Edward Jenner/the pharmaceutical industry to earn profit.[1]
Unfortunately, in the twentyfirst century anti vaccinationists are winning ground and vaccination rates are dropping. This causes a global public health risk. The anti-vaccination lobby would not be so successful if more people had a better grasp of vaccination history, basic causality, communication science and statistics.[2] As a historian, a 'data scientist' and a father I will argue why the idea that vaccinations cause all kinds of bad side effects, most notably autism, is a dangerous myth. If you are convinced vaccinations cause harm I do not have much faith in changing your mind, even if you are still reading, unless you keep an open mind. This blog is mostly for people who are in doubt, or are not sure what to think. Or for people who are not in doubt but want to use more solid arguments against anti vaccinationists. I will demonstrate that even though it is very understandable people still think vaccinations cause harm, there is no basis in facts or logic to do so.
Echo Chambers and Confirmation Bias
In this century the vaccination debate has found its way to online communities, where it has been carried on with increased intensity.[3] Despite irrefutable scientific evidence to the contrary, an alarming number of people are convinced that vaccinations cause autism or other unwanted side effects. This at least has partly to do with the online world facilitating the easy creation of new 'echo chambers'. Echo chambers are sealed off (metaphorical) spaces in which like minded people find each other and confirm each other in their beliefs. In earlier times echo chambers were mostly formed in small communities, but in the online world they can integrate people from all over the world. The internet also facilitates the availability of all kinds of information. It is human to read and believe the information that confirms what you already know, even if it is contradicted by many more, and better substantiated, sources. When people lock themselves up in Echo Chambers where one sided information is spread among like minded individuals it even can seem as if the majority of the population think like they do. Any information that says the contrary can likewise be easily dismissed.[4]
The Outliers have more impact on public perception
It is highly unlikely, yet still possible, that a vaccination causes an unwanted side effect. Still, stories of the failures are the ones that spread rapidly. You rarely hear someone saying a vaccination went perfectly, for the simple reason that it is not really something special to report. If something, supposedly, goes wrong people are far more likely to share their story. This is why the outliers, the results that are most unlike regular results, have more impact. If 1 in 10.000 vaccinations have some kind of bad side effect this potentially has much more influence on public perception than the 9.999 vaccinations that went just fine. Already in the nineteenth century anti vaccinationists often had a few horror stories ready to scare parents into not vaccinating. Since the (online) world is a big place the number of scary experiences can go up quickly, even if relatively speaking the number is still small and insignificant. A case file of a hundred 'horror stories' can serve as a scary deterrent for young parents to vaccinate.
Sometimes we have to accept we do not know or can not influence the cause
Something else which is human, is the compulsive need to understand the world and to be able to influence what is going on. In earlier centuries when a harvest failed it was the work of the devil, or a witch, or a punishment from God. You could try to improve your fate by burning the witch or by praying. A simple 'bad luck' with the weather conditions is more difficult to accept, since you cannot do much about that as an individual. No one likes to be a helpless victim of 'dumb bad luck'. Still, sometimes we have to accept this.
Just because B follows A does not mean A caused B
The difficulty to accept being helpless also is part of the reason that the link between vaccinations and autism is so persistent. It is unknown why one child is autistic and the other is not, except that it seems to have something to do with genetics. Vaccinations are scary, because it is difficult to understand what you are really injecting into your child. If your child also becomes 'visibly autistic' around age two, shortly after it received its second MMR vaccination, it is natural to think of a causal relation between something scary and something inexplicable. Human instincts are still very 'medieval'. For inexplicable phenomena people look for unlikely causes to channel their feelings of fear and helplessness. This feeling can be stronger than solid evidence that there is no causal relation between autism and vaccinations, and the exposure of the first scientist who made this claim as a fraud. [5]
Within a mass of big data there are no regular patterns
It also is important to realise that data do not follow any regular patterns. Statistics quickly can seem false if your own perceptions show a completely different pattern. Imagine that according to statistics 1 in 1000 children gets a high fever after being vaccinated, but that in your near surroundings you already know three children who were struck with high fevers. It is easy to think that the numbers should be 1 in 10 instead of 1 in 1000. The study must be flawed or maybe the government has made it up! It would however be extremely unlikely, even if all the other circumstances were the same, that a statistical pattern is regular. For many professors this knowledge even is a way to quickly spot badly falsified data. A normal pattern is not A, B, C, D, E, A, B, C, D, E, but the more random A, A, A, C, E, A, A, B, A. Results clump together, which is why many gamblers can think they are in a 'winning streak'. It however is not a winning streak, but a normal result within the advertised odds of winning or losing. Every gamble has the same chance of success, regardless of the gambler having won or lost ten times before the current gamble.
Measuring more does not mean there is more than before
It does not help that autism seems to be a modern phenomenon. People therefore try to blame modern vaccinations and changes in the environment or even food patterns. It is true that an increasing number of people are diagnosed with autism. This does not (necessarily) mean more people are autistic than before. The 'elf children', 'eccentric uncles' or 'siblings in the lunatic asylum' from centuries gone by would now get a diagnosis of an Autism Spectrum Disorder (ASD). Over the past decades, the definition of autism also has been extended to include many more variations than before. To give one extreme example: not so long ago doctors could claim that only boys were autistic. Obviously the number of diagnoses will go up when you start including the other half of the earth's population as possible candidates as well. It also is more difficult for people on the spectrum to go 'unnoticed'. Modern society likes to measure, quantify and categorise everything. Furthermore, and far more damaging, modern society subjects people to many difficult-to-channel impulses. One may wonder if brilliant minds of the past who may have been on the spectrum, like Mozart, Darwin and Einstein, could have flourished in the 21st century like they did in their own time.
Finally
Even if all of this was not true, and vaccinations indeed cause autism, why would any parent prefer to have a child die from measles or polio over having an autistic child?
[1] D. Porter and R. Porter. 1998. The politics of prevention: anti-vaccinationism and public health in nineteenth century England. Medical History, 32:231–252; C. E. Daniels. 1875. De kinderpokinenting in Nederland: meerendeels naar onuitgegeven bescheiden bew- erkt: eene medisch-historische studie. Amsterdam.; W. Rutten. 1997. De vreselijkste aller harpijen. Pokkenepidemieen en pokkenbestrijding in Nederland in de 18e en 19e eeuw. Universiteit Wageningen.
[2 I thank my basic understanding of statistics to Statistic Reasoning for Everyday Life by Bennett, Briggs and Triola.
[3] Ana Lucia Schmidt, Fabiana Zollo Antonio Scala, Cornelia Betsch, and Walter Quattrociocchi. 2018. Polarization of the vaccination debate on Facebook. Vaccine, 36:3606–3612
[4]T. Chamorro-Premuzic. 13 May 2014. How the web distorts reality and impairs our judgement skills. The Guardian; M. del Vicario, G. Vivaldo, A. Bessi, F. Zollo, A. Scala, G. Caldarelli, and W. Quattrociocchi. 2016. Echo chambers: Emotional contagion and group polarization on Facebook. SCIENTIFIC REPORTS, 6, 37825
Abonneren op:
Posts (Atom)